(foto Christophe De Muynck)

Groen-boegbeeld Björn Rzoska neemt afscheid van de nationale politiek: “Ik zou de N-VA niet op voorhand uitsluiten”

Een bedachtzaam man verlaat de Wetstraat. In juni houdt Björn Rzoska de nationale politiek voor bekeken. Zeldzaam zijn de groenen die zoveel waardering genieten van politieke tegenstanders. Dat vraagt om een grondig afscheidsinterview. In zijn gekende stijl: altijd to the point, nooit schreeuwerig, ook kritisch voor de eigen partij. “Dat de treinprijzen stijgen, is onbegrijpelijk.”

Eksaarde, deelgemeente van Lokeren. De habitat van Björn Rzoska, Vlaams Parlementslid voor Groen. We gaan een wandeling maken langs de Moervaart, waar landbouwweiden en natuurgebieden elkaar afwisselen. Of dit dan oorlogszone is, vraag ik met een knipoog. “Neen, integendeel”, zegt Rzoska ernstig. “Landbouw en natuur gaan hier hand in hand. Boeren en natuurverenigingen maken afspraken over begrazen, maaien, enzovoort. Dat zijn helemaal geen tegenpolen. Dat wordt ervan gemaakt. Ik vind dat doodjammer.”

De 50-jarige historicus stopt even en wijst in de verte, waar een imposante bruine kiekendief opvliegt. “Deze roofvogel was hier lange tijd verdwenen. Ook de zilverreiger, de otter en de bever zijn terug. Dat is uitstekend nieuws. Dat de otter terug is, wil bijvoorbeeld zeggen dat de waterkwaliteit beter is.”

Helaas willen deze succesverhalen niet zeggen dat het goed gaat met onze biodiversiteit.

“(knikt) Maar het geeft wel moed. Het wil zeggen dat het kan. Maar inderdaad: we moeten het verlies aan soorten dringend tegengaan, want dit gaat over onze gezondheid. Hoe meer biodiversiteit, hoe gezonder onze leefomgeving. Het stoort mij dat andere partijen daar dikwijls meewarig over doen. Ook de landbouw heeft biodiversiteit nodig en de meeste boeren weten dat.”

Maar intussen zien sommigen de natuur wel als vijand. Hoe is het zo ver kunnen komen?

“Dat is door die politieke polarisering. Enerzijds heb je Zuhal Demir (N-VA) die met de voeten vooruitgaat. Dat we een stikstofprobleem hebben, is het gevolg van twintig jaar pappen en nathouden. Dat werkt niet. Dus het is goed dat Demir doortastend wil optreden. Maar ook de manier waarop doet ertoe. Anderzijds heb je de CD&V die belachelijke uitspraken doet. Wat Sammy Mahdi zegt over de vleermuizen (dat een hele sector weggeduwd wordt voor een speciale vleermuis, red.), staat zó ver van de realiteit. Wat win je daarbij? Dat mensen die zich inzetten voor onze natuur, belaagd worden. De CD&V zou slimmer moeten zijn. Ik mis leiderschap in dit debat.”

Toont Demir zich niet rechtlijnig?

“Dat vind ik niet. Zij kan haar strijdtoneel goed uitkiezen, dat wel. Dat ze onlangs de duinen in De Panne heeft beschermd, valt alleen maar toe te juichen. Maar als het over Knokke gaat, waar de Paul Gheysens de plak zwaaien, blijkt het veel moeilijker. Het stikstofdecreet, dat volgens mij niet stand zal houden, is er alleen maar gekomen omdat Bart De Wever (N-VA) een vergunning wou voor Ineos (Britse chemiereus, red.) in Antwerpen.”

Is het decreet niet streng genoeg?

“Dat is wat juristen zeggen. Vooraleer er weer vergund kan worden, moet het stikstofbad echt leeglopen. Je zal dus meer moeten inzetten op warme saneringen, zoals Vera Dua (Groen) al deed toen zij bevoegd minister was (1999-2003, red.).”

Au fond willen veel boeren ook de Europese natuurherstelwet weg. Dat is úw winkel.

“Dat kan absoluut niet. Deze wet is cruciaal voor een gezonde leefomgeving. Alles van tafel gooien, is trouwens ook voor de boeren geen oplossing. Of we komen weer terecht in de politiek van pappen en nathouden. Het is nu dat we de omschakeling moeten maken naar duurzame landbouw. Mag ik daar wel aan toevoegen dat niet alle boeren de protesten steunen? Er zijn ook veel boeren die beseffen dat het anders moet. (denkt na) Laat ons eerlijk zijn: de landbouw wordt stevig ondersteund door Europa (jaarlijks bijna 60 miljard euro, red.). Als het daarmee niet lukt, moet je toch toegeven dat het systeem fout zit.”

Weet je nog dat De Wever ooit van de socialisten af wou? Zes jaar later zongen ze samen Kumbaya

Moeten we niet inzetten op nóg intensievere landbouw? Dat betekent veel productie op beperkte oppervlakte, waardoor ruimte kan vrijkomen voor natuur. Dat vraagt dan wel het gebruik van genetische technologie.

“(pikt in) En dat ligt moeilijk in mijn partij. Ik weet waar je naartoe wil. Dus ik begeef me hier op glad ijs als ik zeg dat we soms inderdaad met een opener vizier naar bepaalde technieken moeten kijken – op voorwaarde dat deze geen dreiging vormen voor onze leefomgeving. Anderzijds vind ik wat u zegt ook contra-intuïtief klinken. Nóg intensiever? Onze landbouw is al zo intensief.”

U bent aan uw laatste weken bezig in de nationale politiek. Hebt u nog geen spijt van uw beslissing?

“Neen. Dit is weloverwogen. Maar zal ik het missen? Jazeker. Ik doe deze job nog altijd graag. De politiek is een beestje dat bijt en niet loslaat. Sommigen zeggen dat ik te vroeg stop. Maar liever dat dan over vijf jaar te laat stoppen.”

‘De gematigde groene is de oppositie beu’, schreef De Tijd toen u vorig jaar aankondigde dat u zou stoppen. Is dat zo?

“Ja. Ik ben niet in de politiek gestapt om alleen maar oppositie te voeren. Begrijp me niet verkeerd: de oppositie is belangrijk, maar ik heb het elf jaar gedaan en dat is genoeg voor mij. En dus zet ik alles op de lokale verkiezingen in Lokeren. Ik denk dat we hier het meeste kans maken om in het bestuur te komen.”

Zou uw partij een Vlaamse regering met N-VA kunnen vormen, denkt u?

“In mijn ogen wel, ja. Helaas zijn we vorige keer niet verder gekomen dan enkele beleefdheidsbezoeken aan De Wever. Ik blijf dat spijtig vinden. Ik zou N-VA niet op voorhand uitsluiten.”

Mist u die openheid bij partijgenoten?

“Soms wel, ja. Als je een sterk inhoudelijk akkoord kan maken met N-VA, waarom zou je dat niet doen? Dat is de gematigde groene in mij die spreekt. (lacht) Ik ben een pragmaticus. Als je stappen vooruit kan zetten, dan moet je dat doen. Op provinciaal niveau hebben we ook een sterk akkoord met hen gesloten.”

De Wever zou nog liever in de Schelde springen dan met uw partij te besturen, zei hij onlangs. Was u verrast?

“Hij zou zelfs omgekeerd springen, zei hij. Ik weet niet hoe hij dat wil doen. Maar goed: dat was bijzonder clichématig. Hij wil van Groen de baarlijke duivel maken en zo de Vlaams Belang-kiezer paaien. Politiek is helaas vooral strategie voor hem. Weet je nog dat hij ooit van de socialisten af wou? Zes jaar later zongen ze samen Kumbaya. Op de duur is zijn bochtenwerk niet meer geloofwaardig.”

Uw partij is federaal wél gesprongen. Vindt u die regeringsdeelname een succes?

“Niet over de hele lijn. Petra De Sutter is zo’n sterke politica, maar wie wordt er wild van haar bevoegdheden (ambtenarenzaken en overheidsbedrijven, red.)? Ik begrijp nog altijd niet wat er die onderhandelingsnacht gebeurd is. Tinne Van der Straeten is erin geslaagd het energiesysteem te doen kantelen. Dat is straf. Ik verwijs naar de windmolenparken op zee, maar ook naar de kerncentrales.”

Bent u voorstander van meer kernenergie?

“Dat hangt ervan af. Hebben we die energie nodig: ja of neen? Na Oekraïne bleek van wel en dan heeft mijn partij die bocht genomen. Misschien niet snel genoeg, maar toch. Maar ik zou ook niet overdrijven. Dat de liberalen nu roepen om de centrales twintig jaar langer open te houden, vind ik voorbarig. Het zijn al oude centrales, dus laat ons opletten. Ik betreur wel dat de fiscale hervorming niet gelukt is. Daarmee had je elektriciteit anders kunnen belasten dan fossiele energie. Dat is de volgende stap die moet gezet worden.”

Met Groen aan het roer stijgen de ticketprijzen voor de trein. Hoe rijmt u dat met het riedeltje van eerlijk klimaatbeleid?

“Dat valt niet te rijmen. Het is onbegrijpelijk en dus een probleem. Ik zou nu kunnen zeggen dat bepaalde formules wel goedkoper worden, enzovoort, maar dat ga ik niet doen. Ik ben zelf een overtuigde treinreiziger. Ik word hierover door te veel mensen aangesproken. De trein is te duur. (denkt na) Maar het hoeft niet zo te zijn. De MIVB in Brussel doet het wel goed en ook daar zit Groen aan het roer.”

Uw parler-vrai is opvallend. Zou het daarom zijn dat vriend en vijand u waarderen? U laat zich niet opsluiten in het eigen grote gelijk.

“(glimlacht) Ik beoordeel elk dossier op zijn merites, gelijk van welke partij het komt. Dat dwingt respect af, denk ik. Maar ik ben niet de enige die dat doet, hoor.”

Als u terugblikt op die elf jaar: hebt u zelf een steen kunnen verleggen?

“Dat denk ik wel. Er zijn verschillende dossiers. Dat er geknipt is in het aantal bestuursmandaten in intercommunales, is mee mijn verdienste. Maar wat ik het liefste heb gedaan, was het voorzitterschap van de coronacommissie. Dat heeft geleid tot sterke aanbevelingen die nog altijd gevolgd worden.”

Ik onthoud van u ook het woord ‘moordstrookje’. Waarom hebt u daarvoor mea culpa geslagen?

“Omdat ik had gesproken over de moordstrookjes van Ben Weyts (N-VA). Dat kon de indruk wekken dat hij deze fietspaden zelf had aangelegd. Dat was erover. Ik vind wel dat hij als minister veel meer moordstrookjes had kunnen wegwerken. Dat is ook mijn kritiek op zijn opvolger Lydia Peeters (Open Vld). Er is nochtans geld, maar ze krijgen het niet uitgegeven. Het is dringend tijd voor een ander beleid op mobiliteit. Ook de aftakeling van De Lijn mag stoppen.”

Ondanks alles heb ik mijn collaborerende grootvader doodgraag gezien en mis ik hem nog altijd

Mogen u ze daarvoor nog bellen?

“(lacht) Ik kies voluit voor Lokeren. Maar het zou wel mijn droomdepartement zijn geweest.”

U hebt oppositie gevoerd tegen drie minister-presidenten: Kris Peeters (CD&V), Geert Bourgeois (N-VA) en Jan Jambon (N-VA). Wie was de beste en wie de slechtste?

“(denkt na) Ik ben het meeste ontgoocheld in Jambon. Een Vlaams-nationalist op die stoel, je zou toch denken dat die zichzelf wil overstijgen? Dat is niet gebeurd, integendeel. Jambon laat alles op zijn beloop. (denkt na) Bourgeois was de beste. Dat is every inch a gentleman. Hij was soms geïrriteerd als ik tussenkwam, maar finaal luisterde hij wel en je kon met hem tot een debat komen.”

Hoe kijkt u naar de verkiezingen van 9 juni?

“Met een bang hart. Kijk naar het succes van extreemrechts in Nederland. Ik hoop dat we ook hier niet in een onmogelijke situatie belanden.”

‘Laat Vlaams Belang eens proberen’, zeggen veel mensen.

“Ik niet. Ik krijg koude rillingen als ik sommige van hun parlementsleden hoor praten. In Oostenrijk zei men dat ook, maar is men van een kale reis thuisgekomen. In Italië worden grondrechten voor holebi’s teruggeschroefd. Is dat waar we naartoe willen? Want dat zal ook hier gebeuren, hoor. Ik heb daar geen zin in.”

Wat met uw partij? Bent u nog voor de kiesdrempel?

“Neen. De partij is al enkele jaren stabiel. Ik vind wel dat als je relevant wil zijn, je minstens tien procent moet behalen. Dat wordt een uphill battle, tegen de wind op, maar we mogen daar niet bang voor zijn. Meer zelfs: ik doe dat graag.”

Maar u gaat niet op een lijst staan. Laat u de partij niet in de steek?

“Neen. Ik wil eerlijk zijn tegenover de kiezer. Ik hoef geen vangnet. Als het in Lokeren niet lukt, dan ga ik een andere job zoeken. Dat schrikt mij niet af. Lesgeven misschien: dat lijkt mij heel boeiend. Maar liefst zou ik deze mooie stad besturen. Ik leg mijn lot dus in de handen van de Lokeraar. Dit is de plek waar ik in 2006 voor het eerst ben opgekomen. Deze mensen mogen beslissen over mijn politieke toekomst.”

Binnenkort mag u zichzelf ook schrijver noemen. In april verschijnt uw boek ‘Gedeelde Grond’. Mag u van de uitgever al een tipje van de sluier lichten?

“Een kleintje. (lacht) Ik heb het oorlogstraject van mijn twee grootvaders gereconstrueerd. De ene was een Vlaamse collaborateur, de andere een Poolse vrijheidsstrijder. Ik heb de verhalen die zij verteld hebben, vergeleken met historische bronnen. Het resultaat was confronterend. Het beeld dat ik had van hen, is grondig bijgesteld. Zij hebben blijkbaar niet altijd de waarheid verteld.”

U zei mij enkele jaren geleden dat u hebt geprobeerd om uw collaborerende grootvader te begrijpen, maar dat dat niet lukte. Lukt dat vandaag wel?

“Neen. Ik begrijp hem nóg minder. Het schrijven van dit boek heeft mijn blik op hem fundamenteel veranderd. En toch, Paul, (even stil) ondanks alles heb ik hem doodgraag gezien en mis ik hem nog altijd. Dat is zo’n vreemde tweespalt.”

Dat klinkt heftig …

“(knikt) Dat is het ook. Ik ben af en toe van mijn stoel gevallen. Ik heb me zelfs verschillende keren de vraag gesteld: zou ik niet beter stoppen met dit boek? Dit zal mensen kwetsen. Maar ik ben historicus, ik móest verder doen.”

Biografie

– Geboren op 12 mei 1973 in Sint-Niklaas.

– Studeerde Geschiedenis aan de Universiteit Gent.

– Woont met zijn vrouw in Eksaarde, Lokeren. Vader van twee kinderen.

– Gemeenteraadslid in Lokeren van 2007 tot vandaag.

– Vlaams Parlementslid van 2013 tot vandaag. Fractieleider van 2014 tot 2023.

– Auteur van het boek Gedeelde Grond (Ertsberg). Vanaf 23 april in de boekhandel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier