Axelle Red over haar indrukwekkende ontmoeten in haar carrière: “Ik heb ooit Michael Jackson ontmoet toen ik samen met Isaac Hayes aan het opnemen was in Memphis. Dat was een heel fijn moment.” (gf)

Axelle Red viert dertig jaar carrière met 30 verzamelde singles: “Ik heb al mijn kinderdromen kunnen waarmaken”

Da’s nu al dertig jaar dat Axelle Red in het vak zit, tijd om terug te blikken. Op ‘AR 30 Best Of’ presenteert ze naast de nieuwe single ‘C’est My Life, It’s Ma Vie’ een overzicht van haar sterkste en belangrijkste nummers. Maar wacht eens. Dertig jaar? Moet dat niet langer zijn?

“Klopt. Mijn eerste hit Kennedy Boulevard is al van 1989, en dus 34 jaar oud. En als je teruggaat tot Little Girls, het singletje dat ik in 1983 op mijn vijftiende uitbracht als Fabby, moet je zelfs veertig jaar rekenen. We hebben echter besloten om te tellen vanaf Sans plus attendre, mijn eerste album, omdat dat echt wel mijn grote doorbraak was. Het had allemaal wat geduurd na Kennedy Boulevard. Alle moeilijkheden die komen kijken bij een carrière beginnen heb ik toen gehad. Zoals de platenfirma die me liet gaan toen een volgende single minder presteerde. Dat was een geluk bij een ongeluk, want daardoor kon ik bij Virgin tekenen, die me zowel in België als Frankrijk als een nationale artieste gingen zien. Zoals het gezegde gaat: soms zijn mijn nederlagen mijn overwinningen. Uiteindelijk heb ik de release van Sans plus attendrer, waar ik hard aan gewerkt had met Wouter Van Belle, nog zes maand uitgesteld zodat ik eerst mijn diploma kon halen.”

Je was dus al heel jong op jacht naar de muzikale doorbraak. Wanneer wist je dat je zangeres wilde worden?

“Ik was zes, denk ik, en ik schreef op mijn blad voor het PMS (nu CLB, red.) dat ik zangeres wilden worden. Of diplomaat. Ik ben het nu een klein beetje allebei geworden, met mijn ambassadeurschap voor Handicap International. Ik ben heel veel bezig geweest met mensenrechten, dus dat is toch wel wat diplomatisch werk. Grappig eigenlijk, ik heb al mijn kinderdromen kunnen waarmaken.”

Wat herinner je je nog van die beginperiode?

“Ik heb Sens plus attendre destijds niet zomaar zo genoemd. Als je denkt dat ik al van 1983 bezig was, dan was dat lang. Iedereen zei me dat tien jaar wachten toch niet erg was. Excuseer? Als je vijftien bent, dan is nog een decennium aftellen eindeloos. Dat waren jaren vol onzekerheid, denken dat het niet gaat gebeuren, waarin je hoop soms afgepakt wordt. Ik trok me op aan elk positief teken, zoals Mick Ronson, de gitarist en producer van Lou Reed en David Bowie, die me in 1985 opzocht omdat hij in New York een demo van me had gehoord. Hij was overtuigd van mijn stem, maar er is uiteindelijk geen samenwerking van gekomen omdat hij kanker kreeg. En in Engeland was er ook iemand met visie op mijn muzikale richting, maar daar heb ik uiteindelijk niet mee samengewerkt, want dat was een soort #metoo-figuur. Het was dus geen evident verhaal.”

Je nederlagen zijn soms overwinningen”

Hoe heb je de selectie voor deze ‘Best Of’ aangepakt?

“Dat was niet evident hé, me beperkten tot dertig songs. Natuurlijk waren er singles die er absoluut moesten opstaan, want dat is wat de mensen verwachten. En dan kozen we er ook voor om te beginnen met het eerste album. En dan waren er ook songs die ik zelf ook heel erg belangrijk vind zoals Animaux Fragiles, het eerste nummer dat ik ooit voor iemand anders heb geschreven. Enfin, de muziek toch. Ycare heeft daar dan de fantastische tekst bij geschreven die hij met Zaz heeft gezongen. Van dat nummer heb ik voor AR 30 een piano-met-stemversie opgenomen, alsof het een demo is. Dat moest, want in Frankrijk is dat een belangrijk liedje geworden. Présidente is er nog eentje, zelfs al is het geen bekend nummer. Dat gaat over de vrouw die veel heeft meegemaakt, en je kunt zelf invullen wat dat zou kunnen zijn. Dat kan gaan van een Afrikaanse die onder een oorlog heeft geleden, maar ook iemand van hier die iets ergs is overgekomen, en dan dan toch opstaat en president wordt. En Sister, over het zusterschap onder vrouwen is mijn soort You’ve Got A Friend, voor alle vrouwen die seksueel onrecht hebben ondergaan. Die moesten er allemaal bij.”

Zijn er dingen waar je wel spijt van hebt over die dertig jaar?

“Je evolueert niet alleen als artiest, maar ook als mens; dat is één geheel. Zoals ik zei: je nederlagen zijn soms overwinningen. Maar er zijn ook samenwerkingen die niet zijn geweest, omdat ik het in mijn hoofd niet het moment vond, waarvan ik nu denk dat ik ze had moeten doen. Soms zijn die mensen dood, en kan het dus niet meer. Dingen om spijt over te hebben zijn er altijd, maar als je nuchter nadenkt, dan weet je dat het allemaal wel weer geleid heeft tot andere dingen die wél zijn gebeurd, die misschien interessanter waren.”

Welke collaboraties zijn er zo niet van gekomen?

“Dat ga ik niet zeggen, want die mensen leven nog. En verder geen samenwerking, maar wel iets stoms. Ik heb ooit Michael Jackson ontmoet toen ik samen met Isaac Hayes aan het opnemen was in Memphis. Dat was een heel fijn moment, want ik werd bij hen geïntroduceerd als een belangrijke artieste uit Frankrijk, en daarom vroeg ik hem niet om een foto. Mobiele telefoons en selfies bestonden nog niet, daar heb ik wel spijt van. Enfin, Isaac Hayes heeft later in een interview wel bevestigd dat hij me gezien heeft, maar toch: ik had graag een foto gehad. (lacht)” (door Matthieu van Steenkiste)

‘AR 30 Best Of’ is nu uit. Axelle Red tourt in december met ‘A Very Special Christmas’ van Torhout tot Parijs. Info & tickets op Greenhousetalent.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier