Herman Brusselmans, schrijver en sinds kort ook opiniemaker tegen wil en dank: “Ik hoef geen impact te hebben”

Als hij zegt dat Gent een verkeersramp geworden is, dan staat de stad in rep en roer. Als hij zegt dat links de ogen sluit voor migratieproblemen, dan staan kranten vol analyses. Als Herman Brusselmans spreekt, wordt er tegenwoordig geluisterd. Of hoe het kan verkeren. Een kwarteeuw geleden nam omzeggens niemand hem serieus. En toch wil hij het niet, een opiniemaker zijn. “Kijk naar Rik Torfs. Wie neemt hem nog serieus?”

Herman Brusselmans: “Ik wil helemaal geen autoriteit zijn. Ik ben gewoon een boerenlul die toevallig zeventig boeken heeft geschreven.” (foto belga)
Herman Brusselmans: “Ik wil helemaal geen autoriteit zijn. Ik ben gewoon een boerenlul die toevallig zeventig boeken heeft geschreven.” (foto belga)

Herinner je je nog jouw vorig interview in deze krant?

Ja, natuurlijk. Ik werd plots het speerpunt van de verkeersproblemen in Gent. Terwijl ik gewoon mijn mening had gezegd. Maar goed, ik heb intussen wel door dat mensen dat willen, dat je je mening geeft over maatschappelijke thema’s die hot zijn. Dan kunnen ze daarop springen.

Burgemeester Daniel Termont schreef zelfs een open brief.

Ik zag hem onlangs nog. Ik vond het contact minder hartelijk dan voordien. Maar kijk, ik wil mij helemaal niet profileren als kenner van de mobiliteit. Ik heb ook geen zin dat telkens weer op te rakelen. Hetzelfde gebeurde na mijn column ‘wij van links’. Een doordeweekse column wordt 200 keer gedeeld op Facebook, deze 20.000 keer.

Je had daarin kritiek op het linkse gepamper van migranten. En plots werd je de held van rechts Vlaanderen.

(zucht) En ten onrechte. Als je durft zeggen dat er problemen zijn met allochtonen, word je rechts genoemd. Dat is bullshit. Wat is dat, links en rechts? Ik ben links, maar ik zie dat los van de politiek. Links zijn is verdraagzaam zijn en een ander zijn vrijheid gunnen. Ik ben een oude hippie, hè. (zwijgt even) Ik heb ondervonden dat je in dit land niets mag zeggen of je wordt in een hoek geduwd. Je wordt altijd gerecupereerd door bepaalde groepen. Siegfried Bracke wou me voor de N-VA-kar spannen, Vlaams Belang gebruikte zelfs quotes van mij in campagnefolders. Daar was ik heel pissig over. Ik voelde: dit loopt uit de hand.

Wat doe je dan?

Niets. Dan zwijg je beter. Na die column ben ik door televisie en radio gevraagd om in debat te gaan met tegenstanders, meestal Marokkaanse en Turkse mensen. Ik heb die vragen allemaal geweigerd. Voor je het weet ben je een politieker. En dat is het laatste wat ik wil zijn.

Rik Torfs moeit zich met alles, maar wie neemt er hem nog serieus?

Geloof je nog in de multiculturele samenleving?

Natuurlijk wel. Ik woon er middenin. Je komt in mijn straat de hele wereld tegen (Oudburg in Gent, red). Ik heb met niemand problemen. De allochtonen die hier wonen, zijn middenstanders die hun kansen gegrepen hebben en goed boeren. Maar dat loopt niet overal zo.

Wat opvalt, is hoe serieus je tegenwoordig genomen wordt als je iets zegt. Dat was ooit anders.

Ik kan niet ontkennen dat mij dat ook opvalt. Ik heb twintig jaar geleden ook eens iets geschreven over allochtonen, maar dat ging onopgemerkt voorbij. Misschien is dat het ouder worden? Als je 35 jaar bezig bent, word je een eminence grise. Johan Anthierens werd ook pas op het einde van zijn leven serieus genomen. Plots zeiden ze: hij is meer dan een zeveraar. Misschien is dat met mij ook zo?

Vind je het belangrijk dat kunstenaars zich uitspreken over maatschappelijke problemen?

Neen, totaal niet. Onze taak is amusement brengen. Sommigen vinden dat een besmet woord, ik niet. Ik hoef geen impact te hebben op de politiek. Ik heb die column niet geschreven met de idee een maatschappelijk debat los te weken. Humo vroeg mij iets te schrijven over de aanslagen in Brussel, ik heb dat gedaan. Maar dat is uitzonderlijk. De maatschappij is eigenlijk niet gebaat met mijn mening. Weet je, ik ben mijn allereerste column begonnen met ‘ik heb geen mening’. Ik heb die natuurlijk wel, maar die is niets meer waard dan de mening van een ander.

Jullie kunnen wel iets losweken. Tom Lanoye en Wouter Deprez hebben dat ook al bewezen.

(zucht) Wat wil je dan dat ik doe? Elke week zo’n column schrijven? Vergeet het. Als ik dat zou doen, luistert niemand nog. Kijk naar Rik Torfs: hij moeit zich met alles, maar wie neemt er hem nog serieus? Als je altijd en overal je mening wil geven, moet je in de politiek gaan. Ik zou nooit een politicus kunnen zijn, want ik ben niet bereid tot compromissen.

Ik denk aan afbouwen. Ik word 60 volgend jaar.

Je ligt wel goed in politieke kringen. Zelfs Vlaams minister Hilde Crevits, een onverdachte christendemocrate, is grote fan.

Vooral haar man. Ik ben eens gaan eten met hen. Je zou niet denken dat dat een tsjeef (een christendemocraat, red.) is. Zij is een heel verstandige en leuke vrouw. En haar kapsel is fantastisch. (lacht)

Ze zegt over jou: “Als je door de schunnigheden heen kijkt, zie je een schrijver met een mooi taalgevoel die prachtige associaties opwekt.”

Mensen die mijn werk niet appreciëren, zeggen dat ik van de hak op de tak spring. Maar zo denk ik nu eenmaal. Ik zie iets en ik maak een absurde associatie. Wie mee is met mijn literatuur, snapt dat. Anderen vinden het maar een warboel. Weet je, ik heb in mijn carrière vaak geworsteld of ik niet meer ernstige boeken zou moeten schrijven. Iets à la ‘Oorlog en Terpentijn’ van Stefan Hertmans. Maar ik kan dat gewoon niet.

En die schunnigheden?

Woorden als lul en kut zijn voor mij even banaal als tafel en stoel. Wat wel grappig is, is dat mensen denken dat ik in het echte leven ook een schunnigaard ben. Dat ik elke vrouw vraag: hoe is het met je kut? (lacht)

Intussen is je nieuwste boek alweer uit, ‘Zeik en het lijk op de dijk’. Je weet van geen stoppen.

Nee, en de volgende twee liggen ook al klaar. In september verschijnt ‘De Fouten’, een half autobiografisch boek. En in februari ‘Guggenheimer koopt een neger’.

Jij moet zowat de laatste Belg zijn die het woord neger publiek gebruikt.

Dat is politiek incorrect, ja. Maar wees nu eerlijk, ‘Guggenheimer koopt een zwarte man’ slaat toch op niets. Ik heb er lang over nagedacht, maar goed. Het zij zo als mensen dat verkeerd oppakken. (zwijgt even) Ik denk wel aan afbouwen. Ik word 60 volgend jaar. Dan moet je geen twee boeken per jaar meer schrijven, vind ik.

In je boek schrijf je: ‘Na enkele mislukte relaties had Zeik geen levenspartner meer gehad, en je zou kunnen zeggen dat dit voor gemak zorgt, maar vergeet de keerzijde niet: eenzaamheid en het diepe gevoel dat je in je eentje op de wereld bent.’ Slaat dat op jezelf?

Nee, dat is universeel. Je kan dat van iedereen zeggen. Zeik is een verzonnen personage.

Hoe is het bij jou in de liefde?

Goed. Dat zie je toch wel, Paul? (kijkt naar Lena, zijn 24-jarige Amsterdamse vriendin die trouw aan zijn zijde zit, red) Kijk, ik zal je wat vertellen. Ik ben altijd heel open geweest over mijn relaties. Met Melissa, mijn vorige vriendin, is dat fout gelopen. Haar privé stond in de boekskes, terwijl ze dat helemaal niet wou. Zij was daar compleet kapot van. Mij kan dat niet schelen, over mij mogen ze schrijven wat ze willen. Maar ik draag ook een verantwoordelijkheid. Ik heb daaruit geleerd.

België een failed state? Natuurlijk niet!

Je bedoelt dat je niet meer zo open zal schrijven en praten over je liefdesleven?

(knikt) Ik zou graag lyrisch doen over Lena, maar ik doe het niet. Ik antwoord niet meer als journalisten mij iets vragen. Jij bent de eerste journalist die haar ziet. Iedereen mag weten dat er iemand is, maar verder zeg ik niets.

Streelt het je ego dat je nu serieus genomen wordt?

Neen. Mocht dat zo zijn, dan zou ik de polemiek verder zetten. Maar ik wil helemaal geen autoriteit zijn. Of een stem hebben die belangrijker is dan die van iemand anders. Ik ben gewoon een boerenlul die toevallig zeventig boeken heeft geschreven.

De vraag van één miljoen deze dagen: is België een failed state?

(blaast) Natuurlijk niet. Elk land heeft dezelfde problemen. Als iemand mij vraagt waar het veilig is, dan zeg ik België. Geen enkel land kan vermijden dat twee onnozele gasten zichzelf doen ontploffen. Je moet eens rond je kijken. Er is zoveel dat wel goed loopt in dit land. We hebben water en gas, we rijden met de auto. Homo’s trouwen en adopteren kinderen. We zijn geen debielen, hè.

Heb je begrip voor de cipiers en spoormannen die wekenlang staken?

Ik vind dat ze te vaak en te lang staken, maar dat is nu eenmaal het stakingsrecht. En dat hoort bij een democratie.

Ligt het allemaal aan de socialisten, zoals N-VA stelt?

Dat is bullshit. Maar kijk, ook dat gehakketak onder partijen maakt noodzakelijkerwijze deel uit van een democratie. (lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier