De machtige Loire vormt de blauwe draad doorheen onze reis. (foto SRA)

Roadtrip tussen de wijnvelden, de lekkerste plekjes van de Loirevallei in Frankrijk

De Val de Loire is een paradijs voor wijnliefhebbers. Wij trekken door de Loirevallei op zoek naar het lekkere druivensap, maar ontdekken er nog veel meer …

Onze roadtrip start in Angers, een gezellige studentenstad vol leuke pleintjes, winkels, theaters én restaurants. Restaurants die ook laat op de avond nog gasten verwelkomen, want na een stroompanne die het Franse TGV-net plat legt, komen we pas na 22.30 uur in de stad aan. In Brasserie de la Gare worden we echter met open armen verwelkomd, en genieten we van een fantastische maaltijd én ons eerste glas Loire-wijn. Na het lange wachten op de trein kiezen we als echte Belgen voor ‘La Pierre Frite’, een Chenin de Loire die tot onze grote vreugde ook nog eens superlekker is.

’s Anderendaags verkennen we de gezellige oude binnenstad, vol prachtige gebouwen. Topper is ongetwijfeld het kasteel dat boven de stad uittorent. Hier hangt ‘Apocalypse van Angers’, het grootste wandtapijt ter wereld. Vergeet ook niet via de trapjes naar de donjon aan de andere kant van de rivier te gaan. Het uitzicht op de stad en de rivier de Maine, niet de Loire is hier adembenemend.

Variatie troef

Maar dan is het tijd om de stad achter ons te laten en de wijngaarden te ontdekken. Val de Loire is in totaal goed voor 34 appellaties en oorsprongsbenamingen, 3 regio’s, 14 departementen, 800 kilometer wijnroutes, 24 druivensoorten en 42.000 hectares aan wijngaarden, die zich uitstrekken van de Atlantische Oceaan tot in Orléans. Indrukwekkende cijfers, maar omdat onze tijd beperkt is, besluiten we ons op het deeltje tussen Angers en Tours te concentreren. Al vlug rijden we tussen de uitgestrekte wijnvelden van de Anjou-regio, waar we halt houden bij het Château de Bellevue in Saint-Aubin-de-Luigné. Wanneer we rond ons kijken, is meteen duidelijk vanwaar het kasteel zijn naam haalt: het uitzicht is hier prachtig. Eigenares Anne Tijou leidt ons door de wijngaarden en vertelt gepassioneerd over het domein, dat als sinds 1894 door de familie wordt uitgebaat. En natuurlijk blijft het niet alleen bij woorden, maar worden ook de flessen bovengehaald. De familie maakt Savennières, Anjou rouge, Chaume, Coteaux du Layon en Crémant de Loire. “De regio is heel divers, dus kunnen we ook heel gevarieerde wijnen maken”, vertelt Anne, terwijl we onze proeverij afsluiten met een heerlijk zoete Coteaux du Layon, die verbouwd wordt aan de oevers van de gelijknamige rivier.

Leuk om mee te maken: deelnemen aan de vendange of druivenoogst. (foto SRA)
Leuk om mee te maken: deelnemen aan de vendange of druivenoogst. (foto SRA)

Dat niet alleen de wijnsoorten, maar ook de wijnmakers heel verschillend zijn, ontdekken we bij onze volgende tussenstop. Les Caves de la Loire is een coöperatieve die de oogst van meer dan 140 wijnboeren verwerkt in tal van verschillende wijnen. “De kans is groot dat je er al eentje van geproefd hebt, want onder meer supermarktketen Colruyt verdeelt een aantal van de wijnen van de coöperatieve”, vertelt PR-dame Audrey. Haar collega Jean-Christophe neemt ons mee naar een veld waar de vendage, de oogst nog bezig is. Prompt krijgen we een schaartje in de handen geduwd en mogen we zelf aan de slag gaan. “Hoe je weet of een druif rijp is? Eerst en vooral aan de kleur van de pitjes. Maar ook de dikte van het vel speelt een rol. Hoe minder het vlees aan het vel plakt, hoe rijper de druif”, legt hij uit. Nadat we elk een aantal rijpe druiventrossen hebben geoogst, trekken we verder. We rijden langs de oever van de Loire, waar pittoreske dorpjes, wijngaarden en bossen elkaar afwisselen. In Chènehutte-les-Tuffeaux houden we halt bij Château Le Prieuré. Hier bouwden benedictijnermonniken in de twaalfde eeuw een klooster, dat in de 16de eeuw werd uitgebreid en omgebouwd tot een renaissancekasteel en nu dienst doet als hotel. Een hotel waar je ogen tekort komt, niet alleen omwille van het eclectische interieur maar ook omwille van het fantastische zicht op de Loire, die enkele tientallen meters lager voorbijstroomt.

Generatieclash

Terwijl de sportiefsten van onze bende het uitgestrekte hotelpark al lopend verkennen, genieten wij op het terras van een lekker Loirewijntje uit de uitgebreide kelder goed voor 3.000 flessen van het hotel. ’s Avonds komt Paul Pisani-Ferry ons gezelschap vervoegen. De jonge wijnboer nam 7 jaar geleden het Château de Targé over van zijn vader. “Ik ben de vierde generatie die Saumur-wijnen maakt op het familiedomein”, vertelt Paul trots, al voegt hij er ook meteen aan toe dat de overdracht van vader op zoon niet altijd makkelijk was. “Mijn generatie kijkt helemaal anders naar wijn dan de generatie van mijn vader. Dat zorgt soms wel voor clashes.” Net zoals vele andere jonge wijnbouwers trok Paul na zijn studies nog de wereld rond. “Maar ik ben heel trots op mijn regio, de Saumur. Hier kweken we Chenindruiven op kalk, een moeilijke ondergrond. Hierdoor dragen de planten weinig druiven, maar zijn de vruchten wel van hoge kwaliteit. De plant wil immers de kans dat dieren van haar vruchten eten en zo de zaden verspreiden verhogen door lekkere druiven te maken”, legt Paul uit. De jonge wijnboer, kleinzoon van voormalig landbouwminister Edgard Pisani, is rad van tong, maar voegt ook de daad bij het woord en laat ons proeven van enkele hemelse wijnen. Zoals Les Fresnettes, genoemd naar zijn grootmoeder. “Zij leefde in een tijd waarin vrouwen niet in de wijnkelder mochten komen, omdat ze de wijn zouden laten ‘draaien’. Ongelofelijk toch”, aldus Paul.

Het kasteel van De Schone Slaapster is geïnspireerd op Château de Minière”

De volgende ochtend zijn we vroeg uit de veren in de hoop heel wat vogels te kunnen spotten aan de oevers van de rivier. Het zijn echter niet de reigers en andere watervogels die onze aandacht trekken, maar de vele luchtballonnen. We wanen ons bijna in Cappadocië. Met een roze lucht als achtergrond zweven ze stil over de rivier. Een adembenemend zicht.

Wij laten het kasteel achter ons en trekker verder, de regio Touraine in. Hier voelen schrijvers en artiesten zich thuis. Rabelais, Descartes en Balzac verbleven in de regio, net zoals Leonardo da Vinci, die tijdlang in Amboise woonde. “Kunst is ook nu nog belangrijk. Wij nodigen geregeld kunstenaars uit om als artist in residence een kunstwerk te maken, dat wij vervolgens als etiket voor onze wijn gebruiken”, vertelt Kathleen Van den Berghe. De Gentse, die nu in Tervuren woont, is bouwkundig ingenieur, had zin in een renovatieproject en nam het wijndomein Château de Minière in Coteaux-sur-Loire over. Dit kasteel zou de Franse schrijver Charles Perrault geïnspireerd hebben bij het schrijven van De Schone Slaapster. Kathleen renoveerde niet alleen het kasteel tot een fantastisch vakantieverblijf, maar raakte ook gepassioneerd door het wijnbouwen. Ze volgde heel wat cursussen en mag zich wellicht over een jaar de eerste Belgische vrouwelijke Master of Wine noemen, zowat de belangrijkste titel die je in de wijnwereld kan behalen. Ondertussen heeft Kathleen met Château de Suronde nog een tweede domein in de Loire. “Ik maak pure biowijnen, maar wel wijnen met karakter.” Het nieuwste project van Kathleen is een sprankelende rode wijn. “Die bulles rouge is echt mijn uitvinding, mijn kindje”, vertelt ze trots.

Middeleeuwse romantiek

Middeleeuwse vakwerkhuizen op de Place Plumereau in Tours. (foto Getty)
Middeleeuwse vakwerkhuizen op de Place Plumereau in Tours. (foto Getty) © imageBROKER/Stanislav Belicka Getty Images/imageBROKER RF

Na nog een tussenstop bij Gratien & Meyer, een grote producent die bekend staat om zijn fijne bubbels en een boeiende keldertour aanbiedt, komen we op onze eindbestemming aan. Tours is duidelijk een bruisende stad, vol fijne caféetjes en restaurantjes. In Vieux Tours, met onder meer de pittoreske Place Plumereau, bewonderen we de oude vakwerkhuizen en de middeleeuwse straatjes, vooraleer we een bezoekje brengen aan de basiliek Saint-Martin en de kathedraal Saint-Gatien, een prachtig gotisch gebouw. Loop even verder zeker ook het Musée des Beaux-Arts binnen, om er de prachtige binnentuin en de olifant van Tours te bewonderen. We sluiten onze reis af met een glas in de hand op de Saint-Symphorienbrug ofte ‘le pont de fil’, waar we zien hoe de laatste zonnestralen de Loire én Tours in vuur en vlam zetten.

Praktische info

De reis

We reisden met de TGV van Brussel naar Angers, met overstap in Parijs. Voor de terugreis vertrokken we uit Tours, opnieuw met overstap in Parijs. We maakten onze roadtrip met een auto. Wie wil, kan ook langs de Loire van Angers naar Tours fietsen.

Logeren

We sliepen in hotel Saint-Julien (@SaintJulienAngers) in Angers, in hotel Château Le Prieuré ( @chateauleprieure) en in Hilton Garden Inn Tours Centre ( @hilton–gardeninn–tours–centre).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier